Belangrijkste toevoeging aan het BX gamma voor modeljaar 1986 was de BX Break. Deze werd voorgesteld in juli 1985 en gebouwd bij Heuliez in Ceziray. De BX Break was 17 centimeter langer en 3 centimeter hoger dan de BX Berline. Deze centimeters bevinden zich allemaal achter de achteras, de wielbasis van de Break en de Berline zijn even groot. De Break heeft ook dezelfde achterportieren als de Berline hetgeen gemaskeerd werd door een groot deel van de zijkant niet mee te spuiten in kleur van de carrosserie antracietkleurig te laten. De BX Break werd leverbaar in drie uitvoeringen: als BX 16 RS, BX 19 RD en BX 19 TRS. De laatste is in feite een BX 19 GT Break. De BX 19 TRS beschikte over de motor en het dashboard van de BX 19 GT, maar niet over uiterlijke kenmerken (de spoiler, bumperstrips, mistlampen, wieldoppen en striping), de bekleding (de BX 19 TRS beschikte net als de BX 16 TRS en BX 19 TRD over Quinze bekleding) en de boordcomputer van de BX 19 GT. Op de plek van de boordcomputer in de middenconsole bevond zich een digitaal klokje. De BX Break was altijd voorzien van de zogenaamde korte motorkap. De BX Break was leverbaar in minder carrosseriekleuren dan de BX Berline en in de BX Break werden slechts twee interieurkleuren toegepast: Gris en Beige Tabac Blond.

In Nederland bleef het bij deze drie uitvoeringen van de BX Break. Ik Frankrijk werd begin 1986 ook nog een BX 14 E Break, BX 16 S Break en BX 19 D Break leverbaar. Net als bij de berlines met hetzelfde uitrustingsniveau waren de raamlijsten van de breaks in kleur van de carrosserie gespoten, waardoor pas goed opviel hoeveel antraciet kleurige verf Citroën nodig had gehad om te verbloemen dat de achterportieren van de BX Break gelijk waren aan die van de BX Berline en er een harmonieus geheel van te maken. Op deze uitvoeringen ontbraken ook de dakdragers en de rubberen strips op het dak.